Stap voor stap leren kinderen gedurende de spraakontwikkeling klanken vormen. Na
verloop van tijd gebruiken ze deze klanken in woorden om zo tot verstaanbare
communicatie te komen.
Wanneer een kind op zekere leeftijd niet tot correcte articulatie komt, kan een
articulatieprobleem aan de basis liggen.
Eén of meerdere klanken worden vervormd, vervangen of zelfs volledig weggelaten in
het woord. Voorbeelden hiervan zijn lispelen of het volledig weglaten van /r/.
Het kan daarnaast voorkomen dat kinderen zichzelf een vereenvoudigd
articulatiepatroon aanleerden op jonge leeftijd en dit doortrekken in de gehele
spraak.
Hierbij vervangt het kind een moeilijke klank door een klank die ze reeds kunnen.
Zo kan een driejarige kleuter bijvoorbeeld het woord ‘koe’ uitspreken als ‘toe’
aangezien de klank /k/ nog te moeilijk is.